Zoals uit de laatste analyse van de verzekeringsportefeuille van CG Car-Garantie Versicherungs-AG blijkt, lopen de gemiddelde reparatiekosten voor nieuwe en tweedehandswagens verder op. Dat maakt dat de gemiddelde reparatiekosten voor het vijfde jaar op rij stijgen.
Bij haar jaarlijkse oefening gaat CarGarantie na hoe de defecten in de portefeuille van de gespecialiseerde verzekeraar zich tussen de nieuwe en tweedehandswagens verhouden. Ieder jaar analyseert de verzekeraar om en bij een miljoen garanties, gespreid over alle merken en modellen en met looptijden variërend van 12 tot 36 maanden. Al vele jaren blijkt uit die analyse dat de reparatiekosten gestaag de hoogte ingaan.
Gemiddeld 572 euro aan reparatiekosten
Terwijl er in 2019 gemiddeld nog 551 euro voor een reparatie moest worden betaald, liep dit bedrag in 2020 op tot meer dan 572 Euro. Die sprong is min of meer vergelijkbaar met de overgang van 2018 naar 2019. In totaal liggen de gemiddelde kosten t.o.v. 2016 70 euro hoger. Waarschijnlijk zal die trend zich doorzetten en zullen de kosten ook de komende jaren verder stijgen.
Motor blijft duurste onderdeel
Wat de uitgekeerde defectenvergoedingen betreft, verschilt het verhaal niet van dat van 2019. Bij de tweedehandswagens voert de motor met 23,6 % (2019: 23,74 %) het klassement van de duurste defecten aan; deze component behoudt een ruime voorsprong op de brandstofinstallatie inclusief turbolader met 18,8 % (2019: 18,4 %) en op de transmissie met 11,8 % (2019: 12,1 %). Daarna volgen met eveneens onveranderde scores de elektrische installatie op de vierde plaats en de airconditioning op de vijfde plaats. Zelfde beeld bij de nieuwe wagens: ook hier voert de motor de lijst van de duurste defecten aan, met een nagenoeg ongewijzigd aandeel van 21,4 % (2019: 21,5 %), gevolgd door de brandstofinstallatie met 20,7 % (2019: 20,1 %) en de elektrische installatie met 12,0 % (2019: 11,0 %). De transmissie bekleedt andermaal de vierde plaats, terwijl comfortelektronica de airconditioning die in 2019 nog vijfde stond van haar plaats verdrijft.
Defectenfrequentie blijft ongewijzigd
De overeenkomsten met 2019 blijken ook uit de volgorde van de defectenfrequentie. De percentages van de componenten bleven zowel bij de nieuwe als tweedehandswagens nagenoeg onveranderd en verschillen slechts miniem. Zwakste punt bij de tweedehandswagens blijft de brandstofinstallatie, die in 2020 19,7% van de defecten voor haar rekening nam (2019: 19,5 %). Op plaatsen 2 en 3 volgen de elektrische installatie met 18,3% (2019: 18,0 %) en de motor met 10,7 % (2019: 10,8 %). Ook bij de nieuwe wagens bekleden de brandstofinstallatie met 20,2 % (2019: 20,1 %) en de elektrische installatie met 19,6 % (2019: 18,7 %) respectievelijk de eerste en tweede plaats. Anders dan bij de tweedehandswagens volgt in 2020 bij de nieuwe wagens op de derde plaats niet de motor, maar de comfortelektronica met een ongewijzigd aandeel van 10,7 %.
Ogenblik waarop defecten optreedt zelfde bij tweedehandswagens
Terwijl het ogenblik waarop de defecten zich in 2018 voordeed, lichtjes anders was dan in 2019, verschilt 2019 in dat opzicht in niets van 2020. In 29,0 % (2019: 29,6 %) van de gevallen deed de defecten bij tweedehandswagens zich voor binnen de eerste 5.000 km, 19,4 % pas na meer dan 25.000 km (2019: 18,37 %). Alleen de uitsplitsing naar aantal dagen toont een iets grotere afwijking: Als 21,1 % van de defecten zich in 2019 pas na meer dan 360 dagen voordeden, was dat in 2020 al in 22,9% van de defecten zo.
Luc Baetens, directeur CarGarantie Benelux:
“De voorbije vijf jaar stegen de gemiddelde kosten met vijftien procent. Dergelijk percentage moet zowel voor de eigenaars van een auto als voor dealers een duidelijk teken zijn dat het loont zich tegen dergelijke kosten in te dekken.
CarGarantie biedt daartoe verschillende producten die zowel klant als dealer beschermen tegen onverwachte reparatiekosten. Zo winnen alle partijen: aan zekerheid, aan financiële stabiliteit, maar ook aan vertrouwen. Precies in tijden als deze kan de dealer zich op lange termijn verzekeren van de loyauteit van de klant.”